Iedereen herkent hoogstwaarschijnlijk wel eens dat je oordeelt en/of vooroordeelt vanuit een negatieve gedachte of een vervelende ervaring vanuit het verleden. Je vrije blik is beïnvloed, eigenlijk besmet, en het neemt je brein mee in een schildmechanisme. Klinkt als: “De aanval is de beste verdediging”. Maar als dit de overhand neemt wat dan?
“Kijk nou eens gewoon voor je!”. Stil stonden ze allemaal op één lijn voor me. Meer dan de helft zocht naar een strohalm van hoop. De regen had inmiddels de snijdende wind vergezeld en het werd er allemaal niet aangenamer op. Aan hun lichaamstaal was al goed te af te lezen dat we al zo’n twee uurtjes onderweg waren en hun primaire gedrag kwam steeds meer en meer aan de oppervlakte. In deze fase vind ik het steeds interessanter worden en zoom ik verder in op wat er nou eigenlijk gebeurt. Waarom verliest men (bijna) het gevecht in het hoofd? Waar liggen de verkrampingen en dus blokkades? Wat is het oordeel of vooroordeel? En waar ligt hun persoonlijke strijd?
Er was een persoon wiens houding en gedrag mij aansprak. Omdat ik iemand zag die niet naar binnen durfde te gaan. De strijd die hij probeerde te onderdrukken en daarmee alles uit de kast trok om in dat eigen gevecht staande te blijven. Zichtbaar in de groep één van de fitste zijn. Maar apart van de groep, met ‘een klein tandje hoger’, het niet vol kunnen houden. Enkel worstelde hij met: “Doen!”. Tijdens wat isolatiemomenten geven we altijd een aantal persoonlijke speldenprikjes die we Drops noemen. Dit om het proces een goede boost te geven en hiermee de persoon verder aan het denken te zetten. Tijdens het gesprek met de persoon in kwestie, kwamen we al vrij snel tot de kern. Daar confronteerde ik hem dat hij hier iets moest gaan achterlaten. Ook al is het maar een heel klein stukje van een gedragsgewoonte. Hij moest leren te “Doen”. Niet te oordelen, maar “Doen!”.
Op een houten kruk zat hij voor ons, met zijn handen wat nerveus op tafel. Zijn ogen zochten naar houvast, maar hij vond niets in de lege kille ruimte. Hij begon met: “Mijn oordeel over anderen, daar wil ik vanaf”. Mijn vragen over dat gevecht, die angsten en pijn, was angst en verdriet van jaren. Een ingeslopen negatieve beschermlaag die leegte en ongeheelde stukken probeert te beschermen. We hebben gesproken over het opnieuw invullen van die stukjes en hoe je dat met kleine stapjes kan doen. Hij gaf bijzonder mooi terug wat het hem deed en hoe hij ervan wegliep. Ik vroeg hem of hij ook wil blijven staan in plaats van ervan weg te lopen. Ernaar te kijken en de vragen en meningen te laten komen en gaan, zonder oordeel.
Als laatste vroeg ik hem, terwijl ik hem zag zitten, diep in zijn eigen gedachten verzonken: “Ben je er klaar voor om dat proces aan te gaan en iets van dat alles hier achter te laten?” Hij keek me nu recht aan en ik zag een bevrijde blik die vastberaden antwoordde: “Zeker wil ik dat. En dat ga ik ook doen!” Na deze twee korte zinnen van hem was het even stil. Zijn mimiek sprak boekdelen. Er gleed wat van hem af. Zijn lichaamstaal veranderde en ik voelde aan alles dat zijn liefde voor zichzelf aangewakkerd was.
Nadat hij zijn blinddoek en oorkappen opgedaan had, pakte ik zijn schouder en liet hem opstaan. “Trots op jou man! Laat deze inzichten en liefde je kracht geven. Dan zal het vechten steeds minder hardnekkig worden, geloof me!”